Het OM vervolgt mensen die worden verdacht van het plegen van een strafbaar feit. Wanneer een rechtszaak volgt, legt het OM in de persoon van de Officier van Justitie de zaak voor aan de rechter. Aan de andere kant staat de verdachte, meestal met een advocaat, die de zaak verdedigt.
Het OM moet bewijs aandragen en vraagt de rechter om een bepaalde straf op te leggen; dit laatste wordt de strafeis genoemd. Daarbij is de Officier wel gebonden aan maxima: in het Wetboek van Strafrecht staat bij elke overtreding of misdrijf de maximale gevangenisstraf, taakstraf of geldboete genoemd. De rechter bepaalt uiteindelijk of een veroordeling volgt en zoja, welke straf daar dan aan verbonden wordt.
Naast de maximale straffen uit de wet, hanteert het OM richtlijnen op basis van een puntensysteem.
Bij de eis spelen de omstandigheden, die per zaak verschillen, een belangrijke rol.
Een reden om de burgerpanels in te stellen, was dat het OM wilde weten of er in de samenleving draagvlak is voor de inhoud van die richtlijnen. Uit de burgerpanels is nu onder meer naar voren gekomen dat men vindt dat discriminatie als motief voor mishandeling en bedreiging zwaarder moet gaan wegen. Nu is het zo dat als iemand mishandeld wordt vanuit discriminerende motieven, de strafeis met 25% stijgt.
De samenleving (bij monde van de burgerpanels) is van mening dat die strafeis met 50% moet stijgen. Het OM wil die suggestie overnemen. Het OM geeft overigens zelf ook al aan dat de richtlijnen over de hele linie zijn geëvalueerd en dat daar ook al het voorstel om delicten met een discriminatoir aspect qua strafeis te verhogen uit voortvloeide.
Het ziet er naar uit dat de inwerkingtreding in de tweede helft van 2009 in gang gezet wordt.