In Nederland werken veel mensen, vooral vrouwen, van buitenlandse afkomst om huizen van particulieren schoon te maken. Dit schoonmaakwerk wordt vaak zwart uitbetaald: de inkomsten worden niet opgegeven aan de belastingen en er worden geen sociale premies afgedragen.
Veel vrouwen die dit werk doen hebben huis en haard verlaten om ver weg geld te verdienen waarmee ze hun kinderen kunnen onderhouden en voor hen een opleiding kunnen betalen. Ook andere familieleden in het land van herkomst profiteren van het in Nederland verdiende geld. De vrouwen zien hun kinderen jarenlang niet. De reis naar het vaderland is duur en het risico dat je Nederland niet meer in komt zonder papieren is te groot.
De vooruitzichten op een goede toekomst voor je kinderen moeten dus wel heel slecht zijn als je de stap neemt om alles en iedereen achter te laten en schoonmaakwerk te gaan doen in een vreemd land.
De arbeidsomstandigheden in Nederland zijn redelijk, zeker vergeleken met die in een aantal landen in het Midden Oosten. De verdiensten zijn gangbaar en de werktijden zijn normaal. Er is echter wel onzekerheid, omdat je de kans loopt het land uitgezet te worden vanwege het niet hebben van papieren en een verblijfsvergunning. Veel vrouwen zijn “illegaal”; een onjuiste term omdat niemand op deze wereld illegaal is. De Fransen gebruiken een betere term, nl. de “sans-papiers”, voor mensen die geen identiteitspapieren en verblijfsdocumenten hebben.
Chauffeurs van busmaatschappij Connexxion viel het op dat relatief veel vrouwen met ‘een negroïde uiterlijk’ ’s morgens in bussen stapten om vanuit Amsterdam naar gegoede buurten in de omgeving van Haarlem (o.a. Bloemendaal en Heemstede) te gaan. De chauffeurs vonden dit blijkbaar niet passen en informeerden de politie. Redenen waren dat veel mensen niet beschikten over een geldig vervoersbewijs en dat de uitstapplaatsen buurten waren die nauwelijks een gemeenschap van mensen met een Afrikaanse afkomst kenden. De Vreemdelingenpolitie van de politieregio Kennemerland kwam in actie en ging vanaf bushaltes vrouwen volgen. Die bleken met een sleutel grote huizen en villa’s binnen te gaan. Naar binnen kijkend zagen ze dat de vrouwen daar gingen schoonmaken. De politie belde aan, vroeg naar de papieren om een controle op grond van de Vreemdelingenwet uit te voeren en hield een aantal mensen aan omdat ze geen papieren hadden. Vervolgens zijn mensen uitgezet als zijnde ‘illegaal’. Enkelen van hen hebben een rechtszaak aangespannen en doorprocederend tot aan de Raad van State, vernietigde de Raad van State het besluit van de Rechtbank tot ongegrondverklaring van de staandehouding en inbewarestelling, omdat de onderliggende voorwaarden waarop een redelijk vermoeden van illegaal verblijf op basis van de Vreemdelingenwet 2000 is gebaseerd, niet tot de conclusie kunnen leiden dat iemand illegaal in Nederland verblijft. De staandehouding was onrechtmatig.
Bureau Discriminatiezaken Kennemerland (BD) is blij met de uitspraak van de Raad van State, die helaas niet voor iedereen soelaas heeft geboden, omdat niet iedereen een zaak heeft aangespannen. De door de Minister voor Immigratie en Asiel geformuleerde voorwaarden die als uitgangspunt dienden om iemand aan te houden op grond van een redelijk vermoeden van illegaal verblijf en die dus door de Raad van State beoordeeld zijn als onvoldoende aanknopingspunten biedend, zijn de volgende:
· het moet gaan om een persoon van Afrikaanse afkomst;
· die met de bus vanuit … naar de regio Kennemerland reist;
· die als reisdoel één van de duurdere woonwijken heeft en
· die daar in een woning schoonmaakwerkzaamheden verricht.
Het BD is van mening dat dit discriminatoire voorwaarden zijn; immers, iemand wordt beoordeeld op haar of zijn uiterlijke kenmerken en daar volgen gedragingen uit, in dit geval door de politie.
Het argument van de Vreemdelingenpolitie om met hun actie uitbuiting tegen te willen gaan, snijdt geen hout, omdat er geen onderzoek is gedaan of er inderdaad sprake was van uitbuiting. Daarnaast zijn de werkgevers buiten schot gebleven. Inmiddels zijn Kamervragen gesteld en is het onderwerp aan de orde gesteld in de Haarlemse Gemeenteraad.