Etnisch profileren

Werkwijze vreemdelingenpolitie Kennemerland uitgebreid genoemd in Amnesty rapport

Amnesty International zegt in een zojuist verschenen rapport dat de politie zich bij controles schuldig maakt aan discriminatie. Bij onder andere identiteits- en verkeerscontroles pikt de politie er vaker allochtonen uit dan autochtonen. Dit zogenoemde etnisch profileren is volgens Amnesty discriminatie en dus in strijd met de mensenrechten.

Volgens Amnesty-directeur Eduard Nazarski hoeft het niet zo te zijn dat het discriminerend is wanneer de politie etnische minderheden vaker controleert of fouilleert, maar wèl als er geen objectieve rechtvaardiging voor is: 
“Als mensen ervaren dat de politie ze alleen controleert vanwege hun huidskleur of etnische afkomst, beschadigt dit de verstandhouding tussen de politie en etnische minderheden. Uiteindelijk schaadt dat de effectiviteit van het politiewerk.” 
Amnesty vindt dat zowel de overheid als de politie moet erkennen dat etnische profilering bestaat en er vervolgens afstand van nemen. De politie moet agenten in opleiding erop wijzen.


De Nationale Politie herkent zich niet in de bevindingen van Amnesty. De politie vindt de kritiek volgens korpschef Gerard Bouman ongegrond en onjuist. Volgens Bouman doet Amnesty met de opmerkingen politieagenten ernstig tekort.


Etnisch profileren komt expliciet naar voren wanneer politieagenten zich in stereotype of negatieve bewoordingen uitlaten over migranten of bepaalde etnische minderheden. Of wanneer politieagenten kenmerken die verband houden met iemands huidskleur of etnische afkomst openlijk als reden voor staandehouding of controle aanvoeren. Etnisch profileren berust echter vaak op onbewuste aannames en gangbare stereotype denkbeelden over bepaalde etnische minderheden, zowel op organisatorisch als operationeel niveau. Wanneer voor ongelijke behandeling geen objectieve rechtvaardiging bestaat, dient dit als discriminatie te worden aangemerkt – ongeacht de intentie, en ongeacht de vraag of men zich bewust was van het mogelijke discriminerende effect.


Uit onderzoeken in andere West-Europese landen blijkt dat etnisch profileren zich met name voordoet wanneer de politie over ruime discretionaire bevoegdheden beschikt. Dit is onder meer het geval bij identiteitscontroles, bevoegdheden tot fouilleren en controles op illegaal verblijf. Deze onderzoeken geven aanleiding om het bestaan van etnisch profileren in Nederland serieus te nemen, aangezien de bevoegdheden van de Nederlandse politie in veel opzichten vergelijkbaar zijn met de bevoegdheden van de politie in omringende Europese landen.


Kennemerland


In het rapport van Amnesty wordt uitgebreid ingegaan op de werkwijze van de vreemdelingenpolitie in Kennemerland in de periode 2010-2012 toen schoonmakers en klusjesmannen met een donkere huidskleur werden gevolgd en opgepakt. In een eerder nieuwsbericht (21 dec 2011) heeft het Bureau Discriminatiezaken deze zaak reeds aan de orde gesteld. Ook is destijds gesproken met de Vreemdelingenpolitie.


De politie volgt zwarte mensen op weg van de bushalte naar hun werk om ze op heterdaad te kunnen betrappen op illegale arbeid. Al in de eerste zaak waarbij een rechter zich uitspreekt over het volgen van verdachten op grond van hun huidskleur, wordt de vreemdelingenpolitie in maart 2010 teruggefloten. De aanhouding is onrechtmatig. Maar ondanks de duidelijke terechtwijzing van de rechter gaat de vreemdelingenpolitie door met het busproject. Er volgen nog een groot aantal aanhoudingen. Uiteindelijk maakt op 13 juli 2011 de hoogste rechter, de Raad van State, ook korte metten met deze methode. De politie mag mensen niet op grond van hun huidskleur volgen en om hun papieren vragen.


Maar ook na de uitspraak van de Raad van State in juli vorig jaar, gaat de vreemdelingenpolitie door. De Afrikaanse hulp van een melder uit Aerdenhout werd op 21 september van dit jaar in zijn tuin opgepakt door vier agenten in burger: ‘Ze zagen de man bladeren opruimen in de tuin en hij was zwart en dat was verdacht. Daar komt het op neer.’ Ook in deze zaak beveelt de rechter de politie de opgepakte man vrij te laten.


De toenmalige korpsleiding heeft (publiekelijk) geen blijk gegeven zich bewust te zijn van het stigmatiserende en discriminatoire karakter van het busproject.


Amnesty stelt: Het busproject Kennemerland biedt inzicht in hoe processen van etnisch profileren kunnen verlopen en illustreert zorgen over etnisch profileren in de context van controles op illegaal verblijf.
Het busproject maakt tevens duidelijk dat politiekorpsen en agenten over een aanzienlijke eigen beoordelingsruimte beschikken bij de uitvoering van het vreemdelingentoezicht. Wettelijke waarborgen en richtlijnen blijken onvoldoende om etnisch profileren bij de uitvoering van het vreemdelingentoezicht te voorkomen.
Een uitgebreide verslaglegging van het busproject staat in het rapport van Amnesty dat hieronder is te downloaden.