Arbeidsmarkt: discriminatie op de werkvloer

Bureau Discriminatiezaken Kennemerland focust zich twee jaar op discriminatie op de arbeidsmarkt. We krijgen veel klachten binnen over discriminatie op het werk of bij werving en selectie. Ongeveer 30% van de gemelde klachten speelt zich af op de arbeidsmarkt. Heeft u ook een melding of wilt u advies? Bel of mail ons. Dat kan ook anoniem.

Veelal zijn mensen terughoudend om werk-gerelateerde zaken te melden: ze zijn bang om hun baan te verliezen of het is moeilijk aan te tonen. Discriminatie op het werk vraagt vaak een omzichtige aanpak. Bureau Discriminatiezaken Kennemerland heeft hier veel ervaring mee. Wellicht goed om te weten is dat melden of advies ook anoniem kan of zonder de naam van het betreffende bedrijf te noemen. Ook werkgevers kunnen bij ons terecht voor advies, bijvoorbeeld over hoe om te gaan met discriminatoire situaties op de werkvloer. 



Hieronder beschrijven wij drie recente zaken die bij ons zijn binnengekomen en behandeld.



1. Een mevrouw meldt zich bij Bureau Discriminatiezaken Kennemerland met het volgende. Ik werk in een amusementspark en heb grote moeite met een collega die daar werkt. Hij zegt dingen tegen mij als: ‘het wordt tijd dat het land gezuiverd wordt van al die kankerbuitenlanders, ze mogen sterven, in de tijd van Hitler was alles goed, hij wist het toen al, geen ras alleen maar blanken, zwarte mensen zijn dom en weten niets en kunnen niets, zwarte vrouwen zijn vies en ze stinken, alle mensen boven de 50 jaar die hier wonen moeten ze afschieten, tijd voor vers bloed, alle vrouwen zijn dom en kunnen niets, hoeren allemaal.’ 



De melder heeft familiewortels in voormalig Nederlands-Indië. De melder ervaart de uitspraken als enorm intimiderend en raakt in de ziektewet. Bij de ziekmelding is aan de werkgever/leidinggevende gemeld wat er gaande was. Deze reageert: ‘O, ik wist wel dat hij een beetje discrimineerde, maar niet dat het zo erg was…’  



Eerder is de afdelingschef van hetzelfde bedrijf ook in de ziektewet terechtgekomen omdat zij e-mails van de man kreeg die ronduit beledigend waren. De werkgever heeft toen niets gedaan. De melder wil deze afdelingschef benaderen om te vragen of zij haar klacht wil ondersteunen, zij had al toegezegd dat ze de betreffende e-mails ter beschikking wilde stellen. 



Bureau Discriminatiezaken heeft de leidinggevende/werkgever aangeschreven. Deze gaf aan geschrokken te zijn van de opmerkingen die blijkbaar zijn gemaakt. Naar aanleiding van onze brief en aanvullend advies tijdens een telefoongesprek is hij in gesprek gegaan met de betreffende medewerker en heeft hem een formele waarschuwing gegeven.  Ook heeft de leidinggevende gesproken met de overige medewerkers, die aangaven dat de betreffende man wel erg grof in de mond is. Werkgever heeft aan alle werknemers duidelijk gemaakt dat discriminerende uitlatingen niet getolereerd zullen worden. De veroorzaker heeft beterschap beloofd. De mevrouw die de klacht indiende is op therapeutische basis weer aan het werk.



2. Een man meldt zich bij Bureau Discriminatiezaken Kennemerland met het volgende. Vorig jaar heb ik aan mijn werkgever, ik werk in de kinderopvang, gemeld dat ik transgender ben en mij had aangemeld bij het genderteam van de VU. In de toekomst zou ik als man door het leven gaan. Aanvankelijk leek het rustig en goed te gaan, maar al snel volgden er gesprekken waarbij de werkgever mij onder druk zette en mij de indruk gaf dat ik weg moest. Ik nam een vertrouwenspersoon in de hand en vroeg advies bij Patiëntenorganisatie Transvisie. Uiteindelijk kwam het tot een voorlichtingsavond die ik moest geven voor alle ouders en verzorgenden die een kind bij ons in de opvang of BSO hebben. Na die tijd zou ik openlijk als man aangesproken gaan worden. 



Een maand geleden begonnen de gesprekken met de werkgever opnieuw waarop ze aangaven dat ik beter weg kon gaan. Ondertussen was er door hen ook nog, ondanks ons negatief advies, een enquête naar de ouders verstuurd om te vragen wat ze van mij vonden in de organisatie en op de groep van hun kind etc. De uitslag van deze enquête kreeg ik pas nadat ik er om vroeg en vrij laat, namelijk een avond voor ik een gesprekje over deze resultaten zou hebben. Het gesprek ging echter helemaal niet zo zeer over de resultaten die voor mij relatief gunstig uitpakten, maar de werkgever kwam er mee dat er meerdere ouders naar de directie waren geweest en dat die mensen niet wilden dat ik werkte op de groep van hun kind. Namen geven konden zij niet. Zij geven enkel aan dat ik daardoor een dure en niet flexibele kracht was geworden. 



De melder wilde in eerste instantie een klacht indienen bij het College voor de Rechten van de Mens maar wilde vooraf informatie en een klacht indienen bij Bureau Discriminatiezaken (BD) en vervolgens samen kijken of deze klacht ook naar het College kan. Transvisie gaf aan dat zij de zaak hoog opnemen en vinden dat hij om een oordeel moet vragen bij het College voor de Rechten van de Mens.



Bureau Discriminatiezaken Kennemerland heeft de zaak en de mogelijkheden uitgebreid met melder besproken. Omdat hij net is begonnen met de hormoontherapie twijfelt hij of hij de gang naar het College aan wil gaan.  Hem is uitgelegd dat het BD hem daar ook kan vertegenwoordigen. Hier zou hij over nadenken. Na enige tijd liet hij weten om af te zien van verdere stappen. Het is voor hem slechts een bijbaan (hij heeft een wetenschappelijk achtergrond) en de directeur van de kinderopvang is onlangs onverwacht op non-actief gesteld. Op het werk is de situatie stabiel en hij heeft er vrede mee. Hij bedankt voor de ondersteuning en zegt dat hij zich erg gesterkt heeft gevoeld door de gesprekken met de klachtbehandelaar van Bureau Discriminatiezaken Kennemerland.



3. Een man meldt zich bij Bureau Discriminatiezaken Kennemerland met het volgende. Op mijn werk neem ik even plaats achter de pc van een vrouwelijke collega. Haar privé Facebook-pagina staat nog open en ik zie beledigende en discriminerende opmerkingen over mij en een andere collega. Ik kaart dit direct aan bij mijn leidinggevende. Die geeft de vrouw een officiële waarschuwing gegeven en zegt toe dat ze niet meer samen hoeven te werken. Maar inmiddels staan ze toch weer tegelijk ingeroosterd. Toen ik daar iets van zei, werd het weggewuifd. 



Bureau Discriminatiezaken Kennemerland adviseert de man om nogmaals het gesprek aan te gaan met de leidinggevende. De man voelt zich gesterkt en gaat opnieuw het gesprek aan. Hij zegt dat hij heeft aangegeven dat hij naar Bureau Discriminatiezaken Kennemerland zou stappen als zijn klacht niet serieus zou worden genomen. Hierbij moest ‘de leidinggevende even slikken’. In het gesprek is de leidinggevende hem uiteindelijk tegemoet gekomen. Hij bedankt Bureau Discriminatiezaken Kennemerland hartelijk voor de ondersteuning en het advies en geeft aan dat er verder geen actie hoeft te worden ondernomen.  


Type
Nieuws
Gepubliceerd op
Dossier
Regio’s
Tags
Download