Onder voorkeursbeleid vallen alle maatregelen die bedoeld zijn om bepaalde groepen die in een achterstandssituatie verkeren, tijdelijk te bevoordelen. Door die bevoordeling kunnen zij in een gelijke positie terechtkomen. Denk aan subsidie voor bepaalde groepen om een opleiding te volgen of voorkeursbeleid bij de werving en selectie. Maar wat is voorkeursbeleid nu volgens de wet? Wat is toegestaan en wat niet?
Voorkeursbeleid is alleen toegestaan voor:
- vrouwen;
- etnische minderheden;
- mensen met een handicap of chronische ziekte.
Voorkeursbeleid bij werving en selectie moet aan vier strikte eisen voldoen:
- Achterstand: de achterstand van de bewuste groep binnen het bedrijf moet worden aangetoond. Dit moet worden afgezet tegen het beschikbare arbeidsaanbod onder de beroepsbevolking dat relevant is voor die functie.
- Zorgvuldigheid: een zorgvuldige en objectieve beoordeling van álle sollicitanten, op grond van hun kwalificaties. Geen enkele kandidaat mag dus bij voorbaat worden uitgesloten van de sollicitatieprocedure op grond van een groepskenmerk. Kandidaten voor een vacature moeten aan de hand van vooraf op schrift gestelde, zakelijke criteria beoordeeld worden. Een kandidaat kan alleen voorrang krijgen bij ‘gelijke’ geschiktheid. En dus niet bij ‘voldoende’ of ‘gebleken’ geschiktheid.
- Evenredigheid: de voorkeursmaatregel moet in redelijke verhouding staan tot het doel. Dat wil zeggen dat de voorkeursmaatregel moet kunnen worden gerechtvaardigd door de mate van achterstand. De maatregel mag geen onevenredig zwaar middel zijn om de achterstand mee te bestrijden.
- Kenbaarheid: de verplichting voor een werkgever om bij de werving- en selectieprocedure kenbaar te maken dat hij een voorkeursbeleid voert. Werkgevers zijn verplicht dit in de vacaturetekst te vermelden.
Bron: College voor de Rechten van de Mens