Wetgeving

Algemene Wet Gelijke Behandeling

Een bijzondere positie neemt de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB) in. Deze wet vormt een uitwerking van artikel 1 van de Grondwet. Burgers kunnen een beroep doen op de wet. De uitvoering van de AWGB ligt in handen van het College voor de Rechten van de Mens.

Het grote verschil met een rechter is dat het College geen sanctie (dit is een straf) kan opleggen. Haar uitspraken zijn niet bindend. Dat wil zeggen dat als iemand in het ongelijk wordt gesteld, maar zich daar niets van aantrekt, daar niets aan gedaan kan worden. In de praktijk blijken oordelen of uitspraken van het College wel degelijk invloed te hebben en nageleefd te worden.

In de AWGB worden mensen beschermd die gediscrimineerd worden op grond van:

-godsdienst/levensovertuiging
-politieke gezindheid
-ras, afkomst
-geslacht: man, vrouw, transgender (transseksuelen, travestieten, interseksuelen)
-zwangerschap
-nationaliteit
-hetero- of homoseksuele gerichtheid (biseksuele gerichtheid)
-burgerlijke staat: gehuwd of ongehuwd, wel of geen geregistreerd partnerschap

De AWGB kan alleen op enkele specifieke maatschappelijke terreinen ingeroepen worden; de meest voorkomende zijn: arbeid, huisvesting en onderwijs.

De AWGB spreekt vooral over “onderscheid” en “gelijke behandeling”. De wet regelt wanneer wel en wanneer niet een onderscheid in gelijke behandeling gemaakt mag worden. Uitgangspunt is dat onderscheid niet mag. In bepaalde gevallen mag dat wel, zoals in het geval dat een bedrijf bijvoorbeeld de voorkeur mag geven aan vrouwen en allochtonen bij het aannemen van nieuwe werknemers, omdat deze groepen een achterstandspositie hebben op de arbeidsmarkt. De Algemene Wet Gelijke Behandeling staat hiermee voorkeursbeleid of positieve discriminatie toe.

Type
Nieuws
Gepubliceerd op
Dossier
Wetgeving
Regio’s
Tags
Download