(Homo)seksuele gerichtheid

Homovijandigheid een structureel gegeven, maar neemt niet toe

Persbericht

Woensdag 11 oktober is het Coming Out dag. Uit tien jaar onderzoek naar het veiligheidsgevoel onder lesbiënnes, homo- en biseksuelen en transgenders (LHBT’s) blijkt dat homovijandigheid en discriminatie een structureel voorkomend gegeven is. Het aantal incidenten in Kennemerland lijkt echter niet toe te nemen.

Over het algemeen is het veiligheidsgevoel in de eigen woonomgeving of gemeente redelijk stabiel of het wordt zelfs iets beter. LHBT’s horen minder homo-negatieve verhalen in de directe omgeving, het percentage respondenten dat meent dat de eigen woonplaats over het algemeen veilig is, is fors gestegen. Meer LHBT’s dan enkele jaren geleden menen dat zij zonder problemen hand in hand kunnen lopen of in het openbaar kunnen kussen. Tegelijkertijd komen LHBT’s steeds minder openlijk uit voor hun seksuele gerichtheid, zowel in de eigen woonwijk als op het werk.

Dit blijkt uit het Pink Panel onderzoek dat sinds 2008 wordt uitgevoerd door Bureau Discriminatiezaken Kennemerland. De resultaten staan vanwege het tienjarig bestaan van het onderzoek in een speciale feitenkaart. De Pink Panel feitenkaart wordt 11 oktober in Haarlem aangeboden aan wethouder Jur Botter en in Velsen aan burgemeester Frank Dales. Het rapport en de feitenkaart zijn na 11 oktober te downloaden op www.bdkennemerland.nl.

20% van de respondenten heeft het afgelopen jaar te maken gehad met beledigende of homovijandige incidenten in de eigen straat of wijk, op het werk en/of in de openbare ruimte.

 

In totaal komen 35 homovijandige incidenten in het onderzoek naar voren die plaatsvonden in de woonwijk, op het werk of in de openbare ruimte. Een deel van de LHBT’s doet niets als zij te maken krijgt met homovijandigheid. De bereidheid om een klacht in te dienen bij Bureau Discriminatiezaken of contact te zoeken met de politie is laag.

Op het werk worden LHBT’s soms geconfronteerd met opmerkingen die als zeer onprettig worden ervaren:

·         Er werden flauwe grappen over anale seks gemaakt door mijn collega’s (man).

·         Een collega maakte opmerkingen over homoseksuelen die niet kunnen, daarom vertel ik hem niet dat ik zelf homoseksueel ben. Als ik over mijn vriend praat dan heb ik het altijd over mijn vriendin (man).

 

Het aantal discriminatieklachten op grond van (homo)seksuele gerichtheid bij Bureau Discriminatiezaken is de afgelopen jaren gedaald. In 2016 kwamen hierover 11 meldingen binnen, over heel Kennemerland, 5% van het totale aantal discriminatieklachten.

In 2012, het Haarlem Roze Stad-jaar, lag het aantal discriminatie-meldingen op het hoogste niveau, 29, in de afgelopen tien jaar. Daarna zien we weer een afname van het aantal gemelde incidenten.

Veiligheid en sociale acceptatie van LHBT’s is niet vanzelfsprekend. Daarom blijft extra aandacht belangrijk. Bureau Discriminatiezaken pleit voor regenboogbeleid van gemeentes, de inzet van ambassadeurs en meer training en voorlichting bij zowel professionals als scholen en sportverenigingen.