Frederique Janss, directeur van Bureau Discriminatiezaken was op 1 juli bij de onthulling van het slavernij monument in Haarlemmermeer en gaf ook een korte toespraak.
Toespraak:
Ik vind het bijzonder eervol dat ik hier vandaag, op de dag van Keti Koti, iets mag zeggen. Dank daarvoor. Ik vind het ook heel mooi dat hier in Haarlemmermeer een monument is geplaatst. Een voorbeeld voor veel andere gemeentes.
In 2013 hebben wij bij Bureau Discriminatiezaken, een project gedaan rondom 150 jaar afschaffing van de slavernij in Nederland.Terugrekenend: dat gebeurde dus in 1863. Zo lang geleden is dat ook weer niet. En het was niet zo dat er toen een einde kwam aan een 5 of 10 of 80 jarige mensonterende praktijk, nee, de slavernij heeft een paar honderd jaar geduurd. Het is om je voor te schamen als Nederland zijnde, dat hier zo weinig aandacht aan wordt besteed.
In 2013 hebben wij met mensen gesproken uit de Antilliaanse en Surinaamse gemeenschappen. Erkenning van wat er nog steeds leeft en gevoeld wordt, is heel belangrijk, en heeft waarde. Daarnaast is erkenning van het bestaan van wit privilege, hier en nu, en bewustwording daarvan van groot belang. Wit privilege betekent dat je als witte man of vrouw vaak in het voordeel bent, je krijgt letterlijk en figuurlijk makkelijker toegang tot werk en andere terreinen in de maatschappij.
Het is niet zo dat iedereen zich bewust is van die voordelen, van dat privilege waarmee je nu eenmaal bent geboren. Maar denk daar eens over na en word wel bewust. Dán namelijk, erken je ook de ongelijkheid en dat is een stap richting het werken aan gelijkheid.
Ik hoop en ik wens dat dit monument bijdraagt aan erkenning en begrip en inzicht.