Godsdienst

Lezing Naema Tahir tijdens netwerkevenement 17 nov

Lezing Naema Tahir – uitgesproken op 17 november 2018, Sancta Maria, Haarlem

Dames en heren,

Dank jullie wel voor het podium.

Het debat na 9/11

Ik besteeg het podium net na 9/11, u weet wat ik bedoel, net na de aanslagen op de Twin Towers, in New York, op 11 september 2001. Nine-Eleven. Nog altijd een begrip. Na die aanslagen ontstond een debat, laat ik gerust zeggen een heftig debat. Het was een wereldwijd debat over de Westerse normen en waarden, zoals vrijheid en gelijkheid, en de vraag of mensen uit andere culturen die normen en waarden wel deelden.

Destijds werden de volgende kernvragen gesteld: delen mensen uit het Oosten wel de normen en waarden van het Westen? Horen mensen met een vreemde cultuur wel in het Westen? Mogen mensen uit het Oosten anders zijn als ze in het Westen wonen en willen blijven wonen?

Er heerste toen, zo leek het, het volgende idee:

Als je als vreemdeling of nieuwkomer, met andere gebruiken en een andere geloof, het Westen volledig omarmde, dan was je ‘one of us.’ Als je als vreemdeling in je traditie bleef, dan hadden ‘Westerlingen,’ daar een probleem mee. Want dan was je ‘against us’.

Destijds leek het alsof we die multiculturele, die multireligieuze samenleving niet wilden. Het kon niet slagen als een samenleving, dat leek de kernboodschap. Het moest wel mislukken. En velen vonden ook dat het was mislukt, een  multicultureel drama.

Misschien herkent u dit allemaal wel.

Als ik zo rondkijk dan vermoed ik zo dat velen van u net als ik na 9/11, het podium opgingen. De maatschappij in. In zalen, naar bijeenkomsten. U debatteerde mee. Of u luisterde. Of u ging het podium van uw gedachten op. Om na te denken over de multiculturele samenleving. Om te praten over de multiculturele samenleving. Om daarin een rol te spelen, zodat we beter zouden samenleven.

We zijn daar nog steeds over aan het nadenken. Maar onze kernvraag, vandaag, is een andere.

Als we toen, na 9/11, leken te zeggen, we tolereren verschillen niet. We willen die multiculturele, die multireligieuze samenleving niet, het is toch mislukt, dan zijn wij nu, vandaag, beland in een ander kernidee.

We leggen de lat van het debat hoger dan na 9/11

Onze kernidee is dit: we hébben een multiculturele samenleving. We hébben te maken met verschillen. Die wijzen we niet af. We willen juist ‘verbinden.’

Ja. We hebben de lat hoger gelegd.

Beseft u dat wel? Het is makkelijker om te zeggen, je hoort hier niet. Weg. We willen niet nog meer van jullie soort erbij. Minder!

Het is moeilijker, complexer, veel hoger gegrepen, om te zeggen, kom maar, je hoort erbij, en ik hoor bij jou, want ons grondgebied is eender, en ja er zijn verschillen, maar we gaan verbinden.

Met dat doel bent u hier vandaag gekomen.

Vandaag willen we ‘verbinden’ – wat hebben we daarvoor nodig?

Vandaag willen we ‘de dialoog aangaan’ – een interreligieuze en een interculturele dialoog

Vandaag willen we ‘de ander opzoeken’ – kan dat wel?

Vandaag willen we nadenken over de werkelijkheid van de ander.

Stel de ander wordt gediscrimineerd? Neemt afstand van de samenleving? Hoe kunnen we dan nader tot elkaar komen?

Vandaag willen we nadenken over de werkelijkheid van ons allemaal. In onze eigen achterbannen. Hoe komen we uit onze eigen bubbels, onze eigen afgeschermde domeinen? Die tegen over elkaar staan, lijkt het wel.

Ik heb wel een idee. Dat zeggen kinderen weleens. Ik heb wel een idee.

U heeft ook wel een idee. En misschien heeft u een paar van uw ideeën ook uitgevoerd.

Verbinden? Daar heeft u ervaring mee. Dat doe je zo: samen eten koken. Elkaars feesten vieren. Suikerfeest. Kerstfeest. Suiker-sint. Bij elkaar op bezoek. Koffie doen, of thee doen, of muntthee, of chai. Tegenwoordig hebben we naast de high tea ook de chai tea.

Samen. Samen leven.

En toch wringt het. Misschien niet in uw leven, of uw ervaringen. Maar het wringt. Iets gaat niet goed.

U ziet het op tv.

U leest erover.

U hoort ervan.

Het verbinden, of de dialoog lukt niet altijd.

Anders zat u hier niet.

Als verbinden wel altijd lukte, als de dialoog voeren wel altijd lukte, dan zat u hier niet.

Er is iets waardoor het verbinden en de dialoog mislukt.

Het is goed om dat te doorgronden.

Want we willen wel verbinden, de dialoog aangaan, maar we moeten eerst weten wanneer dat kan en we moeten erkennen dat dat niet altijd kan.

Ja. We hebben het daar zo weinig over. Maar laten we het in deze setting, wel over hebben.

 Een literair verhaal over een vredig dorp

Om u daarmee te helpen neem ik u mee naar een dorp, in India, en naar een tijd die nu voorbij is, decennia terug. Dit dorp heet Mano Majra. Het is een vredig dorp. Een dorp dat in slaap lijkt te zijn gevallen. Het is een multicultureel dorp, een multireligieus dorp. In dit dorp wonen sikhs en moslims. Ze wonen al eeuwen naast elkaar in alle vrede. Samen. Ze leven samen, naast elkaar. Ze laten elkaar in hun waarde.

Ieder heeft zijn eigen religie. Ieder heeft zijn eigen rituelen. Ieder heeft zijn eigen gebedshuis. Ieder heeft zijn eigen manier van aanbidding van god. Ieder trouwt binnen de eigen groep. Groeit op binnen de eigen groep. Rouwt binnen de eigen groep.  Enzovoort.

Er zijn dus verschillen tussen de groepen gelovigen. Maar eenieder tolereert de verschillen van de ander. Wat de ander doet, ach daar heb je niet veel mee te maken. Je kijkt de andere kant op als de ander bidt, of als de ander het vlees eet van een dier dat jij niet mag eten. Je bent onverschillig, haast. Je maakt je er niet druk om. Laat maar, zeg je tegen de religieuze verschillen. Laat maar gaan. Respecteer elkaar.

Hebben de dorpelingen in Mano Majra dan geen contact met elkaar? Natuurlijk wel. Ze groeten elkaar. Als de een honger heeft, kreeg die een deel uit de versgebakken spinaziepot van de ander. Verder bemoeien ze zich niet met elkaar. Het dorp lijkt een beetje in slaap te zijn gevallen.

Maar op een dag komt er een trein binnen. Het is een trein vol dode lijken. En alle lijken zijn van dezelfde groep. Mensen van één religie. Vermoord door mensen van een andere religie.

En het dorp verandert. Ze wordt wakker, als het ware.

De verschillen beginnen duidelijker te worden.

De tegenstellingen worden duidelijker. Heftiger.

Men moet opeens kleur bekennen. Kant kiezen. Voor de groep kiezen. Tegen de andere groep. Polarisatie. Slaan, terugslaan. Vechten. Elkaars vijand worden.

De moslims en de sikhs kunnen opeens niet meer in een dorp wonen. Er is een te grote dreiging. Daarom, op een nacht vlucht een van de groep gelovigen met een trein weg uit Mano Majra. De helft van het dorp is vertrokken. Zij moesten weg. Ze moesten wijken.

De multiculturele samenleving is niet meer. Terwijl die er wél was, eeuwenlang.

Dames en heren, dit is natuurlijk een fictief verhaal. Maar het is niet zomaar een. Het is een meesterwerk van Indiase auteur Kushwant Singh. Het boek heet Trein naar Pakistan en ik beveel u het boek zeer aan.

U denkt, ach fictie.

Maar deze fictie wel gebaseerd op een waar verhaal. Het gaat over India. Vroeger woonden in India, mensen van allerlei geloven samen. Maar de tegenstellingen tussen de verschillende gelovigen werden teveel benadrukt. En het land viel uit elkaar. India viel uiteen in India en Pakistan.

Nog altijd zult u zich vast afvragen, heeft dit wel met ons te maken? Met onze samenleving?

Ja, ook wij zijn een multiculturele samenleving. Ook hier schuurt het. En niet eens zo lang geleden hebben wij in onze eigen Europa een land gekend dat verscheurd werd door culturele, etnische en religieuze tegenstellingen, zo erg dat er etnische en religieuze zuiveringen kwamen. Joegoslavië.

Ik herinner mij een Joegoslavisch meisje op mijn middelbare school in Brabant. Dit was in de jaren tachtig. Ze ging weleens tijdens vakanties op bezoek in Joegoslavië. Ze vertelde dat als er over politiek werd gepraat, de luiken opeens dichtgingen, want mensen wilden niet te hard praten over de verschillen tussen de Serven en de Kroaten en de Bosniërs.

Men doet de luiken dicht om de vrede te bewaren. Om de sociale harmonie te bewaren. Zodat men kan samenleven.

Dus mijn voorbeeld over Mano Majra, over India is heel actueel.

Waarom?

Omdat samenleven wezenlijk is voor de mens. Zonder samenleven kan men niet voortbestaan. Maar er zijn in een samenleving, in elke samenleving, onderlinge verschillen. Dat is niet erg. Maar als die verschillen te groot worden, ontstaan tegenstellingen en ontstaat polarisatie. En dat willen we voorkomen. Dat moeten we voorkomen. Hoe? Laten we het daar over hebben.

Tegenstellingen, de dialoog en de verbinding

Tegenstellingen drijven mensen uit elkaar.

Hier moeten we even bij stilstaan.

Er zijn twee hoofdcategorieën tegenstellingen.

Die moeten we leren kennen. Want alleen zo kunnen we onze kernvraag beantwoorden. Hoe verbinden we, hoe gaan we de dialoog aan, hoe komen we nader tot elkaar? Hoe verkleinen we de tegenstellingen?

Allereerst, wat zijn tegenstellingen?

Dat heeft niets te maken verscheidenheid. Er is veel verscheidenheid in een samenleving, zoals de onze. Verscheidenheid is niet hetzelfde als een tegenstelling. Verscheidenheid is verschil. Ik zie veel verschillen in de zaal. De een is goed in praten, de ander in luisteren, weer een ander in bezinnen. De een is goed in koken, of muziek maken, of zingen. Die verscheidenheid is goed voor een samenleving.

Het versterkt een samenleving juist. Door verscheidenheid komen er nieuwe mogelijkheden, nieuwe kansen, het prikkelt en motiveert. Het eenvoudigweg anders-zijn is dus geen bedreiging. Het is geen probleem. Het anders-zijn wordt juist gewaardeerd. En als sommigen het niet waarderen, tolereren ze het, of negeren het. Dat is prima.

Laat me uitleggen.

Denk aan verschillende eettentjes in de stad. Een gastronomische verrijking.

De een waardeert het, dat er een exotische toko is in de buurt.

De ander tolereert het, dat er een exotische toko is in de buurt. Prima als men daar een exotisch hapje wil halen. Als jij je broodje kaas maar verderop kunt kopen.

Weer een ander kan het niet veel boeien. De toko negeert hij of zij.

Dat is hoe we omgaan met verscheidenheid. Waarderen, tolereren, of negeren.

Belangentegenstellingen

Maar verscheidenheid wordt wel een probleem als het tegen je belangen ingaat.

In het genoemde voorbeeld van de toko: stel, deze komt in de plaats van de enige bakker in het dorp. Hier staat het belang van de eters van exotische hapjes tegenover het belang van de broodje-kaas eters. Er is hier een belangentegenstelling. Als je hier niets aan doet, krijg je wrevel, frictie, ongemak. Niet iedereen voelt zich nu thuis in dit dorp. Mensen voelen zich achtergesteld, gediscrimineerd misschien ook. De verwijdering tussen de groepen vergroot zich.

Dat is niet goed voor de harmonie. Zoals ik eerder zei: samenleven is wezenlijk voor de mens. En daarvoor is harmonie belangrijk. Als de verschillen te groot worden, ontstaan tegenstellingen en ontstaat polarisatie. Of erger.

Nu is er goed nieuws: dit is een belangentegenstelling. Het voorbeeld van de toko gaat om tegenstelde belangen.

Deze tegenstelling is best goed te overbruggen.

Want het gaat om belangen. Economische, sociale belangen.

Compromissen zijn dan altijd mogelijk. Jij een onsje meer, hij een onsje minder. Iedereen min of meer tevreden.

Wat hebben we daarvoor nodig?

Goede leiderschap, iemand die de boel bij elkaar weet te houden. Iemand die dus verbindt en anderen tot verbinding inspireert.

Maar er zijn ook wetten nodig. Waarin opgekomen wordt voor het algemeen belang. Bijvoorbeeld een goede spreiding bereiken  van de soorten winkels in de stad. En als dat niet lukt? Dan is het goed om compromissen te sluiten. Er kan bijvoorbeeld worden afgesproken dat er in die toko ook Hollandse kaas en witte bollen worden verkocht. Zoiets.

Maar dat alles lukt des te beter als er minder discriminatie is.

Er moet dus ook breder worden nagedacht over achterstelling van bepaalde groepen, of het veiligheidsgevoel van bepaalde groepen. Als het zelfvertrouwen in een samenleving bij allerlei groepen hoog is, zijn mensen meer bereid tot dialoog en verbinding en compromissen. Dan is er meer sociale harmonie. Meer samenleven.

 Religieuze tegenstellingen

Dan nu.

Er is een tweede categorie tegenstellingen. Die ligt complexer  qua dialoog en verbinding. Ik heb het over de  ideologische/religieuze tegenstellingen. Bijvoorbeeld, je bent katholiek of protestants. Joods of christen of moslim of sikh of hindoe of jain of boedistisch.

Hoe kun je verbinden als de tegenstellingen religieus zijn?

Hoe kun je dialoog aangaan als de tegenstellingen religieus zijn?

Dat is complexer, omdat compromissen vaak niet mogelijk zijn.

Je kan niet een beetje halal slachten, of alleen op maandag en woensdag. Je kan niet een halve kerkdienst invoeren op zondag.

De dialoog verbinden, en compromissen zijn dan vaak niet mogelijk. En ik zal u zeggen, als u de dialoog wilt doordrukken de ander wilt overtuigen, krijg je meer afstand. Soms zelfs vijandigheid. Oppositie. De tegenstellingen zijn nu eenmaal religieus. Die maar steeds niet overbrugd kunnen worden.

Waarom niet?

Omdat geloof is geloof.

Is er dan dialoog mogelijk? Soms. Maar soms niet. Er komt een grens. Dat moeten we onszelf toegeven. Voorbeeld: u kunt een Jood niet overtuigen van het feit dat hij het kosher slachten moet laten. U kunt een strenge protestant niet ervan overtuigen dat zijn zoon best met een seculier liberaal mag trouwen.

Als de tegenstellingen religieus van aard zijn: ga dan niet per se de dialoog aan in zulke gevallen. Het kwetst mensen vaak. Het kan schaden meer dan dat het verbindt.

Wees in dit geval tolerant voor elkaars verschillen. Zoek de eensgezindheid op daar waar er gemeenschappelijke aspecten zijn van het geloof. Zoek daar gerust de verbinding, de dialoog.

Maar bij de meeste religieuze verschillen geldt: kijk de andere kant op. Laat maar gaan.

Wees gerust een beetje slaperig op dat moment. Zoals in het oude Mano Majra.