(Homo)seksuele gerichtheid

Nashvilleverklaring niet strafbaar oordeelt OM

Hoewel de Nashvilleverklaring veel mensen raakte en tot grote ongerustheid leidde – ook Bureau Discriminatiezaken ontving klachten – is de inhoud van de verklaring niet strafbaar en wordt niet tot vervolging overgegaan. Tot die conclusie komt het Openbaar Ministerie (OM) vandaag na een uitgebreide juridische toetsing.

In de Amerikaanse Nashvilleverklaring van 2017 staat beschreven hoe christenen om zouden moeten gaan met geloof, seksualiteit en het huwelijk. Homoseksuele relaties worden afgewezen en transgenderisme wordt afgekeurd. Begin 2019 werd een Nederlandse versie van de Nashvilleverklaring ondertekend door 250 orthodox-protestantse predikanten, voorgangers en politici, waaronder SGP-voorganger Kees van der Staaij.

Tegenstand tegen manifest
De maatschappelijk ongerust over de Nederlandse verklaring was groot en werd door tegenstanders betiteld als homohaatmanifest. Tegen van der Staaij werd aangifte gedaan, onder andere door Gay pride-ambassadeur Francis van Broekhuizen. Discriminatiezaken Kennemerland kreeg ook twee klachten tegen deze verklaring. Als tegengeluid om de lhbti+-community te steunen werd op plekken als gemeentehuizen, kerken, buurthuizen, bedrijven – ook in Kennemerland – de regenboogvlag gehesen.

Verklaring OM
De Nashvilleverklaring is volgens het OM niet strafbaar en staat in direct verband met de geloofsopvatting van de opstellers en ondertekenaars en is van betekenis voor het maatschappelijk debat dat ze willen voeren. Hierdoor valt de verklaring in de ogen van het OM onder de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting. “In een democratische rechtsstaat is het van wezenlijk belang dat er veel ruimte is om uitingen te doen, ook als deze kunnen kwetsen, shockeren of verontrusten”, schrijft het OM.

Belediging
Het OM heeft de inhoud van de Nashvilleverklaring als eerste getoetst aan artikelen 137c van het Wetboek van Strafrecht: groepsbelediging wegens homoseksuele gerichtheid. Bij twee onderdelen van deze verklaring is volgens het OM beledigend, name het tweede deel van artikel 8 waarin wordt ontkend dat seksuele aantrekkingskracht voor hetzelfde geslacht onderdeel is van de goedheid van Gods oorspronkelijke schepping. En artikel 10 waarin wordt gesteld dat het zondig is om homoseksuele onreinheid of transgenderisme goed te keuren en dat goedkeuring geen moreel neutrale zaak is waarover getrouwe christenen onderling van mening mogen verschillen.

Toch zijn deze uitlatingen niet strafbaar volgens het OM omdat ze in direct verband staan met de geloofsovertuiging en aansluiten bij het debat over de rol van homoseksualiteit en de rol van de man en de vrouw binnen de kerk. Eerder schreef een groep predikanten een Open brief aan de Nederlandse samenleving over een inclusieve kerk. Ook oordeelde het OM dat de uitlatingen in de Nashvilleverklaring niet onnodig grievend zijn. Woorden als onrein, misvorming en ontering kunnen kil en ongemakkelijk overkomen geeft het OM toe, maar zijn in het kader van de traditionele geloofsbelijdenis niet ongebruikelijk. Ook het ondertekenen van de Nashvilleverklaring is daardoor niet onnodig grievend.

Aanzetten tot discriminatie
Ook van het aanzetten tot discriminatie (artikel 137D S) is volgens het OM geen sprake. In de verklaring wordt opgeroepen om ‘homoseksuele onreinheid of transgenderisme’ af te keuren. Hoewel ook het OM denkt dat dit in de praktijk kan leiden tot uitsluiting, is de term ‘afkeuren’ volgens het OM te algemeen en zet niet aan tot het slechter behandelen van homoseksuelen of transgender personen. Ook van aanzetten tot geweld of aanzetten tot haat is volgens het OM geen sprake.

Ten slotte werd ook getoetst op artikel 429-quater: in het ambt, beroep of bedrijf discrimineren van personen wegens hun homoseksuele gerichtheid en/of geslacht. Het geestelijke ambt en instellingen op godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag vallen echter niet onder dit artikel.
Tegen de beslissing van het OM kan nog in beroep worden gegaan middels een klaagschrift artikel 12 Wetboek van Strafvordering.

De hele uitspraak is te lezen op de website van het OM.