Antidiscriminatievoorzieningen in Nederland doen een beroep op regering en parlement om tot een Deltaplan tegen Discriminatie te besluiten. Een eerste aanzet hiervoor wordt gedaan middels een 5-puntenplan. Dat wordt vandaag gepubliceerd in een paginagrote advertentie in dagblad Trouw. Morgen, 1 juli, zou in de Tweede Kamer het jaarlijks algemeen overleg plaatsvinden over de aanpak van discriminatie. Dit is helaas uitgesteld tot nader order.
Terugkijkend op het afgelopen jaar is er genoeg te bespreken: racistische incidenten op sportvelden, de zorgen en onvrede die klinken uit de ‘Black Lives Matter’-protesten, maar ook discriminatie door de overheid zelf. De urgentie en vraag naar daadkracht is groter dan ooit en de tijd van vrijblijvendheid en losse projecten is voorbij. Het Kamerdebat vindt plaats op de dag dat in veel plaatsen in Nederland Keti Koti wordt gevierd. Het Deltaplan moet in ieder geval de volgende elementen omvatten:
1. In het afgelopen jaar verschenen ruim 25 Nederlandstalige publicaties waarin discriminatie op diverse gronden wordt gedocumenteerd. In de afgelopen drie jaar waren dat er meer dan 50. Analyseer de aanbevelingen en suggesties voor oplossingen in deze rapporten en vertaal die in een concreet repertoire aan maatregelen dat zowel lokaal, regionaal als landelijk wordt ingezet om discriminatie te beteugelen. Neem daar geen jaar voor, maar lever binnen 3 maanden een Deltaplan tegen Discriminatie.
2. Wil een overheid met gezag en geloofwaardigheid burgers aanspreken op hun doen en laten, dan moet zij zorgen voor een onberispelijke staat van dienst in eigen huis. De voorbeelden van institutionele discriminatie (denk aan de speciale aandacht van de Belastingdienst voor burgers met een migratieachtergrond of etnisch profileren door politie en marechaussee) documenteren dat de overheid de zaak niet op orde heeft en dat aanvullende maatregelen onontkoombaar zijn. Onze dringende aanbevelingen zijn:
* Stel voor sectoren waar veel discriminatie plaatsvindt een meldcode discriminatie in, vergelijkbaar met de meldcode huiselijk geweld. De eenzijdige focus op meldingsbereidheid door slachtoffers van discriminatie verwordt tot een vorm van ‘blaming the victim’ als instituties en overheden het op dat punt zelf laten afweten.
* Vervolmaak de meldcode met een meldplicht voor sectoren en beroepen op gebied van werk, inkomen huisvesting en onderwijs. Stel sancties in op het niet melden en zorg ervoor dat deze sectoren en beroepen een actief inclusief diversiteitsbeleid gaan voeren en dat zij actief vormen van racisme en discriminatie tegengaan.
3. Stop met simplistisch en lineair denken over discriminatie in de trant van ‘dader + slachtoffer = een procedure’. Presenteer strafrecht niet als hét panacee tegen discriminatie, want dat is het niet. Initiatieven in de preventieve sfeer vormen een beter instrument om discriminatie tegen te gaan. Stel gemeenten in staat om een eigen toegesneden antidiscriminatiebeleid vorm te geven en uit te voeren. Uitbreiding van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen geeft aan deze organisaties de ruimte en slagkracht om gemeenten hierin bij te staan.
4. Er ligt onmiskenbaar een verantwoordelijkheid bij de overheid om gelijkwaardig profijt van algemene voorzieningen te realiseren. Als regelingen of beleid bepaalde groepen burgers benadelen of in het nauw drijven, is dat een akte van onvermogen van instituties. Zet niet alleen in op een beleid van gelijke rechten en gelijke kansen, kies een resultaatgerichte benadering waarin gelijkwaardig profijt en aandeel (fair share) centraal staan.
5. Benut het onderwijs om de kernwaarde gelijke behandeling in het nationale DNA te integreren en illustreer die noodzaak ook door gerichte en verplichte aandacht in het onderwijs voor de Nederlandse rol in het slavernijverleden en het kolonialisme, net zoals ook kennis van de jodenvervolging in WO II van groot belang is om door te geven aan volgende generaties. Dit historisch besef ligt aan de basis om de onderwerpen racisme en discriminatie bespreekbaar te maken in het onderwijs.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Frederique Janss, voorzitter van Discriminatie.nl, tel. 06 50 60 80 92.